Al geruime tijd is in de Regeling wapens en munitie en in de Circulaire wapens en munitie bepaald dat uitsluitend een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen wordt verleend wanneer het desbetreffende wapen is toegelaten in enige door de KNSA gereglementeerde of erkende schietsportdiscipline. Deze schietsportdiscipline moet binnen het verband van de vereniging waarvan de aanvrager lid is, kunnen worden beoefend.
De Minister heeft daar in de Cwm nog aan toegevoegd dat het erkennen van takken van de schietsport (dus schietsportdisciplines) wordt overgelaten aan de KNSA, omdat die kan bepalen in hoeverre een activiteit tot een tak van sport kan worden gerekend.
De afgelopen tijd is echter gebleken dat helaas sommige schietsportverenigingen en sommige leden van schietsportverenigingen zich niet bij deze regeling willen neerleggen. Als gevolg daarvan zijn door hen juridische procedures gestart die soms hebben geleid tot een vernietiging van de weigering van een verlof door de Korpschef. De Minister van Justitie en Veiligheid wil aan die situatie een einde maken en heeft daarom nu besloten om alle door de KNSA gereglementeerde en erkende schietsportdisciplines zelfstandig te erkennen en op te nemen in de Circulaire wapens en munitie, in bijlage C8. In verband daarmee zijn ook de onderdelen B 2.1 en 2.6 inhoudelijk gewijzigd. Voor de link naar de inmiddels gewijzigde Cwm (inwerkingtreding 1 februari 2020) klik hier.
Ofschoon met deze publicatie in de Cwm duidelijkheid wordt verschaft, is de KNSA zeer teleurgesteld over deze gang van zaken. Immers, tot op heden had de KNSA (en haar leden) een zekere mate van vrijheid voor het benoemen van schietsportdisciplines waarvoor een groot potentieel aan wedstrijdschutters is. Het gaf de KNSA met haar leden bovendien de gelegenheid om nieuwe schietsportdisciplines te benoemen als onderdeel van de voortdurende ontwikkeling van de schietsport in Nederland en daar buiten.
Die mogelijkheden worden nu ernstig ingeperkt omdat wanneer voor nieuwe schietsportdisciplines vuurwapenverloven worden aangevraagd, er nu eerst een verzoek aan de Minister moet worden gedaan tot wijziging van de Circulaire wapens en munitie. Uiteraard rekent de KNSA op een constructieve opstelling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid maar een zekerheid daarvoor is er niet en het zal zeker tot vertragingen leiden, en uiteindelijk belemmert het de ontwikkeling van de schietsport in Nederland.
Diegenen die de procedures hebben aangespannen hebben daarmee de schietsport ernstig gedupeerd.